Huizink, Kemp en Van der Zanden over negatief eigen vermogen bij de flex-bv

Volgers van dit weblog weten dat het “negatief eigen vermogen” bij de flex-bv zich in mijn grote belangstelling kan verheugen.

Daarom attendeer ik jullie op het onlangs in het Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht verschenen artikel van J.B. Huizink, ‘Art. 2:216 BW en negatief eigen vermogen: de macht van de taal’ (TvJ 2014, p. 5).

Berichten op dit weblog over het negatief eigen vermogen:

Aanvulling 20 november 2014
Mr. B. Kemp en prof. dr. mr. P.M. van der Zanden RA nemen in hun artikel “Het anticiperen op toekomstige winsten door uitkering of toewijzing en de verantwoording daarvan in de jaarrekening bij de besloten vennootschap” (nummer 4 van het Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht van dit jaar, pagina 82 en verder) het standpunt in dat het eigen vermogen niet negatief mag worden als gevolg van uitkeringen.

Zij zijn van mening dat het uitkeren van toekomstig eigen vermogen, en dus van toekomstige winst, niet toelaatbaar is en dat het er op neer komt dat de aandeelhouders hun toekomstige winst reeds hebben ontvangen ten laste van de crediteuren. Die crediteuren moeten maar hopen dat de (voorziene) winst vervolgens nog wordt gerealiseerd, waarmee ze ‘residual claimant’ worden.

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in Accountant en ondernemingsrecht, Uitkeringen (o.a. dividend) en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie